Glasur auf ungebrannten Ton

Glazuur op ongebakken klei

Glazuren op ongebakken klei is een techniek die veel keramisten willen uitproberen. Maar wat gebeurt er nu precies? Over het algemeen verloopt het glazuurbakproces normaal, maar er zijn enkele nadelen waar rekening mee gehouden moet worden.

Een eerste nadeel is dat bij het aanbrengen van het glazuur er altijd een beetje klei in het glazuur oplost. Hierdoor raakt het glazuur na verloop van tijd 'verontreinigd' met klei en verliest het zijn kwaliteit. Een ander nadeel is dat tijdens het bakken het gebonden rest- en kristalwater door het glazuur moet ontsnappen. Hierdoor kan het glazuur gaan afbladderen of gaan bubbelen, vooral bij glazuren met een laag smeltpunt.

Een ander nadeel is dat de stukken na het glazuur nog erg fragiel en gevoelig zijn. Voordat u ze bakt, moeten ze weer goed drogen, omdat ze tijdens het glazuren weer water opnemen. Als het werkstuk tijdens het bakken scheurt door een fout in de verwerking, kan dat voor een enorme bende zorgen. De geglazuurde kleischerven blijven dan overal in de oven plakken.

Ondanks deze nadelen zijn er situaties waarin glazuur wel op ongebakken klei kan worden gebruikt. Deze techniek kan bijvoorbeeld handig zijn voor zeer grote stukken die afzonderlijk gebakken moeten worden, zodat ze maar één keer in de oven hoeven. Het is echter belangrijk om de ontstekingscurve aan te passen om de nadelen te minimaliseren. Een mogelijkheid is een gecombineerde biscuit- en glansbakcurve met een rusttijd van 30 minuten bij 200°C en 600°C.

Opgemerkt dient te worden dat deze techniek niet nieuw is, maar een oude techniek die 'single-firing' wordt genoemd. De techniek werd eeuwen geleden al toegepast en kan vandaag de dag nog steeds succesvol worden toegepast, als de voor- en nadelen zorgvuldig worden afgewogen.

Terug naar blog